Onderwijs Inclusie Specialist Sarah Johnson geeft advies voor de ondersteuning van leerlingen met angst en EBSNA.

De opkomst van emotioneel gebaseerd schoolverzuim (EBSNA), ook wel emotioneel vermijdend schoolgedrag (EBSA) of schoolweigering genoemd, is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Voor ouders en onderwijsprofessionals is het een groeiende zorg hoe dit probleem op te lossen.

Het begrijpen van de emotionele en psychologische redenen achter EBSNA is essentieel. Telepresence-oplossingen bieden een veelbelovend hulpmiddel om leerlingen met schoolangst of gerelateerde stress te ondersteunen.

Deze blogpost verenigt deskundige meningen en praktijkervaringen en deelt de beste werkwijzen voor het implementeren van telepresence-technologie om leerlingen te helpen hun weg terug naar school te vinden.

Wat houdt EBSNA in?

Definitie en Voorkomen van EBSNA

EBSNA beschrijft de moeite die sommige kinderen hebben om naar school te gaan door emotionele factoren, vaak gepaard met ernstige angst.

Volgens pedagogen is een zekere mate van angst normaal en zelfs nuttig, omdat het ons alert en taakgericht maakt. Problemen ontstaan wanneer deze uitdagingen het vermogen om goed te functioneren overstijgen, wat het denkvermogen en rationeel handelen belemmert.

Angst kan voor verschillende mensen anders aanvoelen. Hier zijn enkele voorbeelden van wat het kan doen met ons lichaam en onze geest:

Angst kan zich op verschillende manieren manifesteren en kan een groot aantal studenten treffen, waarbij percentages variëren per regio en demografie. Recente studies wijzen op een toenemende trend, wat de noodzaak van effectieve interventies benadrukt.

Sarah Johnson is een onderwijsadviseur (Phoenix Education Consultancy). Met meerdere gepubliceerde boeken en talrijke keynote speeches op haar naam, is zij een expert in het begrijpen van de sociale, emotionele en mentale gezondheidsbehoeften van kinderen.

Sarah Johnson's ervaringen

“EBSNA beïnvloedt niet alleen het kind, maar ook hun ouders/verzorgers die vaak hun best doen onder moeilijke omstandigheden. Zonder nieuwsgierig te zijn naar wat er aan de hand is met het kind, behandelen we slechts de zichtbare moeilijkheden en niet de werkelijke oorzaak voor het kind.

De barrières voor schoolverzuim worden vaak niet goed begrepen, en kinderen kunnen als opstandig overkomen in plaats van in nood.

De moeilijkheden van een kind dat angstig is om naar school te gaan, kunnen verder verergerd worden door uitdagingen binnen het bredere systeem, buiten dat van het onderwijs. Bijvoorbeeld, lange wachtlijsten voor geestelijke gezondheidsdiensten en een gebrek aan specialistische ondersteuning voor speciale onderwijsbehoeften kunnen allemaal bijdragen aan problemen met schoolbezoek. Dit kan ertoe leiden dat de moeilijkheden met schoolverzuim verankerd raken en moeilijk aan te pakken zijn.

De term EBSNA heeft in de loop der jaren verschillende vormen gekend; het kan zijn dat je de uitdrukking “schoolweigering“ of, meer recent, “Emotioneel Georiënteerd Schoolvermijding“ hebt gehoord. Een nog nieuwere term is “emotioneel georiënteerd schoolafwezigheid“.

Geen van deze termen is een diagnose, maar de recentere gebruik van EBSNA of EBSA probeert zeker enkele van de moeilijkheden die een kind kan tegenkomen te verklaren door verder af te stappen van het idee dat een kind “weigert“ naar school te gaan, en in plaats daarvan de worstelingen met hun emotioneel welzijn als een grote factor in de afwezigheid te benadrukken.“

Aanpakmethoden voor emotioneel schoolverzuim

Er zijn verschillende bewezen methoden om kinderen met EBSNA te ondersteunen. Johnson stelt dat “het belangrijk is om voorbij het idee van “weigeren“ te kijken en meer nieuwsgierigheid te tonen naar de uitdagingen van het kind.“

Start met het onderzoeken van verschillende redenen waarom een kind mogelijk niet naar school gaat. Het is onwaarschijnlijk dat er één enkele reden is; vaak gaat het om een reeks factoren die niet-aanwezigheid veroorzaken.

Ik baseer mij hierbij graag op het werk van Dan Hughes over PACE.

PACE staat voor
Playfulness -  Speelsheid
Acceptance
- Acceptatie
Curiosity
-  Nieuwsgierigheid
Empathy
- Empathie

Deze effectieve benadering richt zich op manieren om een kind zich veilig te laten voelen zodat het zijn gevoelens kan verkennen.

Speelsheid toepassen: Er zijn verschillende manieren om dit te bereiken, bijvoorbeeld door het te integreren in formele gesprekken met een kind of vanuit het perspectief van een ouder/verzorger. Een aspect van speelsheid is het begrijpen van de interesses en behoeften van het kind.

Bijvoorbeeld, een manier waarop ik speels ben bij het onderzoeken waarom een kind terughoudend is om naar school te gaan, is door verschillende ideeën op post-its te schrijven en het kind te vragen deze in te delen in ‘ja’, ‘nee’ of “misschien“. Op de post-its kunnen serieuze redenen staan zoals “Ik voel me onveilig“ of “Ik denk niet dat ik vrienden heb“, maar ook grappige dingen zoals “De eekhoorns zouden mijn tenen kunnen bijten’“ Op deze manier kan een dialoog worden geopend en worden de uitdagingen erkend. Ook gebruik ik blanco post-its, zodat het kind of anderen in de sessie ideeën kunnen toevoegen.

Een andere aanpak is om de vraag te stellen: “Welk type kat ben ik vandaag?“ met afbeeldingen van katten met verschillende gezichtsuitdrukkingen. Boven de afbeeldingen staan woorden als ‘boos’, ‘moe’, ‘rustig’, ‘blij’. Het kind kiest een afbeelding en je kunt hiermee dieper ingaan op de emotionele toestand van het kind.

Accepteren wat het kind zegt: Binnen de PACE-context betekent acceptatie dat je een veilige omgeving creëert waarin het kind voelt dat zijn of haar ervaringen en gevoelens worden erkend zonder oordeel. Dit kan vooral belangrijk zijn voor kinderen die moeite hebben met schoolbezoek, omdat het hen helpt hun gevoelens te valideren.

Dit kun je benaderen door zinnen te gebruiken die laten zien dat je waarde hecht aan wat het kind zegt, zoals “Ik zie dat dit echt moeilijk voor je is“ of “Dat klinkt ontzettend zwaar voor je“. Op deze manier voorkom je uitspraken die als afwijzend of minimaliserend kunnen worden ervaren.

Nieuwsgierig zijn: Nieuwsgierig zijn betekent dat je de ervaringen en emoties van het kind onderzoekt zonder vooroordelen of oordelen. Dit houdt in dat je vragen stelt om de onderliggende redenen voor hun schoolverzuim te begrijpen, zoals: “Kun je me meer vertellen over hoe het voor je is op school?“ of “Is er iets dat het moeilijk voor je maakt om naar school te gaan?“

Empathie tonen: Empathie betekent dat je begrip en medeleven toont voor de gevoelens en ervaringen van het kind. Het gaat om verbinding maken op een emotioneel niveau. Dit kan bijvoorbeeld door te zeggen: “Het moet heel zwaar voor je zijn om je zo te voelen“ of “Ik kan begrijpen waarom dit je tegenhoudt om naar school te gaan.“

Door deze gesprekken te voeren en PACE als hoeksteen van je benadering te gebruiken, kun je beter de barrières voor schoolbezoek identificeren en aanpakken.

Gebruik van telepresence-technologie

Telepresence-robots zoals de AV1 geven leerlingen de mogelijkheid om zonder fysieke aanwezigheid in de klas lessen bij te wonen. Dit kan hen helpen om op een laagdrempelige manier weer te wennen aan de schoolomgeving, door deel te nemen op hun eigen tempo en hun sociale contacten te behouden.

Het gebruik van een telepresence-robot heeft grote voordelen voor kinderen met EBSNA:

1. Verminderde angst: 

  • Stapsgewijze blootstelling: Stelt leerlingen in staat om stap voor stap vertrouwd te raken met de klas- of schoolomgeving vanuit een veilige plek, zoals een inclusieruimte op school.
  • Element van controle: Biedt een gevoel van controle dat de angst en de ‘vechten of vluchten’-reactie, die kan ontstaan door fysieke aanwezigheid in de klas, helpt te verminderen.
  • Toegang tot het curriculum: Leerlingen kunnen nog steeds toegang krijgen tot alle reguliere lessen, waardoor achterstand wordt voorkomen die de angst om terug te keren kunnen vergroten.

2. Flexibele leeromgeving

  • Dynamische deelname: Studenten kunnen op hun eigen tempo deelnemen aan lessen en activiteiten op afstand.
  • Gemakkelijke terugkeer: Het gebruik van de AV1 biedt een brug om weer terug te keren naar de klas.
  • Instrument voor sociale inclusie: Dit middel bevordert sociale inclusie en versterkt het gevoel van verbondenheid met de klas en de school.

 3. Persoonlijke ondersteuning:

  • Op maat gemaakte interventies: Professionals kunnen interventies afstemmen op de specifieke behoeften van de student.
  • Real-time monitoring en aanpassing: Ondersteuning strategieën kunnen direct worden gevolgd en aangepast waar nodig.

Best practices voor het implementeren van telepresence-robots

De redenen achter EBSNA kunnen complex zijn, dus het is geen verrassing dat er geen uniforme aanpak is bij het overwegen van geschikte interventies.

Bij het beslissen hoe, waar en wanneer een leerling met een robot gaat werken, is het belangrijk om rekening te houden met hun individuele behoeften.

Neem bijvoorbeeld 12-jarige Lauren. Ze heeft maandenlang geen lessen kunnen volgen uit angst om in de klas te zijn. Hoewel ze gemotiveerd is om te leren, voelt ze dat ze de controle kwijt is en angstig wanneer ze in een ruimte zit met 25 andere kinderen. Ze heeft een goede relatie met zorgcoordinator, maar heeft moeite met het aangaan van andere relaties.

Voor een kind zoals Lauren kan het idee om de klas weer in te gaan, zelfs virtueel, best overweldigend zijn. Zonder een zorgvuldige introductie van de robot is de kans groot dat ze afgeschrikt raakt. Het is belangrijk dat ze de robot eerst in het echt ziet, tijd krijgt om ermee te oefenen in een ontspannen omgeving en het doel ervan begrijpt door erover te praten met een vertrouwd persoon.

Haar aanmoedigen om ideeën aan te dragen over hoe ze haar robot zou kunnen gaan gebruiken, kan ook helpen om haar meer controle te geven.

Overweeg om het volgende met de leerling te bespreken:

- Wat ze leuk vinden aan hun robot en welke zorgen (indien aanwezig) ze hebben over het gebruik ervan.

- De vakken of lessen die ze het meest missen en die ze als eerste virtueel zouden willen bijwonen.

- Hoe ze hopen dat klasgenoten en leraren met hen zullen omgaan terwijl ze via de robot zijn verbonden.

- Waar ze willen dat de robot in de klas wordt geplaatst.

Het is belangrijk dat de robot een gefaseerde terugkeer naar de klas ondersteunt.

Echter, het kind moet zich in controle voelen over dit proces en beginnen op een tempo dat goed voor hen aanvoelt. Wees bereid om langzaam te beginnen; de eerste keer dat de leerling inlogt, kan zijn om met een vertrouwde leraar of leerling te praten of deel te nemen aan een kleine groepssessie met een paar andere leerlingen.

Vraag de student om feedback te geven over hun ervaring; wat ze leuk vonden, wat ze moeilijk vonden en wat ze misschien de volgende keer willen proberen.

Zodra de leerling naar de klas is verhuisd, kan hij of zij beginnen met gewoon het lesgeven observeren. Je kunt de leerling geruststellen dat ze op mute kunnen blijven of uit kunnen loggen als ze zich overweldigd voelen.

Wees bereid om flexibel te zijn; het is prima om een stap terug te doen en opnieuw samen te komen met de leerling en mentor voordat je het opnieuw probeert. Zodra het zelfvertrouwen van de leerling groeit, is er een kans om geleidelijk de lengte en het aantal virtuele sessies te verhogen en doelen te stellen voor fysieke aanwezigheid – en vergeet niet om hun mijlpalen te vieren.

Er zijn mogelijkheden om robots te gebruiken ter ondersteuning van EBSNA-leerlingen, zelfs buiten het dagelijkse curriculum. Toegang tot buitenschoolse activiteiten, vergaderingen en zelfs schoolreizen kan een gevoel van verbondenheid binnen de bredere schoolgemeenschap bevorderen. Voor sommigen kunnen positieve sociale interacties de sleutel zijn tot een fysieke terugkeer naar school.

Voor veel leerlingen met EBSNA die nog motivatie of de bereidheid hebben om met school bezig te zijn, kan telepresence-technologie een uitstekend hulpmiddel zijn om hen in staat te stellen om weer “een stapje terug“ in de schoolgemeenschap te zetten.

Het is echter belangrijk dat robots worden gebruikt in combinatie met andere vormen van ondersteuning op school en thuis. We raden aan om samenwerking en open communicatie tussen leraren, ouders, geestelijke gezondheidsprofessionals en de leerling te bevorderen.

Case study

The Downs School: een casestudy over de integratie van telepresence-technologie

The Downs School, een middelbare school in het hart van West Berkshire, ondersteunde twee leerlingen met ESBA met de inzet van AV1-robot.

Stephanie Jones, Student Manager, deelde hun ervaringen:

“De AV1 heeft absoluut bijgedragen aan het succesvolle proces waarbij beide leerlingen weer konden deelnemen aan specifieke vakken.“

“De AV1 stelde leerlingen in staat om lessen bij te wonen vanuit een aparte ruimte op school, wat hun zelfvertrouwen stap voor stap opbouwde. Eén leerling, die aanvankelijk te angstig was om het klaslokaal binnen te gaan, komt nu regelmatig en herinnert docenten eraan om de AV1 te activeren.“

“De AV1 vormde een brug terug naar het klaslokaal, waardoor leerlingen de lessen konden ervaren zonder fysiek aanwezig te zijn. Dit verminderde hun angst en versterkte het vertrouwen.”

“Beide leerlingen hebben hun aanwezigheid en betrokkenheid aanzienlijk verbeterd. Eén leerling volgt nu alle kernvakken, en de ander heeft de angst voor de schoolbus overwonnen.”

Conclusie

Telepresence-technologie biedt een veelbelovende oplossing voor het ondersteunen van leerlingen met emotioneel gebaseerd schoolverzuim (ESBA). Door best practices te volgen, kunnen scholen een ondersteunende en flexibele leeromgeving creëren die leerlingen helpt geleidelijk weer deel te nemen aan de schoolgemeenschap.